De gegevens van een museumkaart zijn volgens de Belastingdienst een van de puzzelstukjes die meer duidelijkheid moeten geven over de woonplaats van een persoon naar wie onderzoek plaatsvindt. Het gebeurt geregeld dat informatie bij derden wordt opgevraagd over mogelijk belastingontduikers, bepleitte de advocaat van de Staat tijdens een kort geding op de rechtbank in Amsterdam.
Daarbij gaat het vaak om privacygevoelige gegevens, zoals informatie van een lidmaatschap van een sportclub, creditcardbetalingen of geldopnames. De Belastingdienst wil via de civiele rechter de Stichting Museumkaart ertoe dwingen informatie te verstrekken over data en locaties in een periode van ruim drie jaar waarop deze kaarthouder musea heeft bezocht. De stichting weigert de informatie te verstrekken omdat ze de privacy van de kaarthouders wil beschermen. Bovendien bieden de gegevens geen garantie dat de betreffende musea daadwerkelijk door deze persoon zijn bezocht.
Volgens de advocaat van de Staat is dit verplicht, omdat deze informatie fiscaal wel degelijk van belang kan zijn. Het vermoeden bestaat dat de betreffende kaarthouder niet zoals zij zelf beweert in het buitenland maar in Nederland woont en dus belasting moet betalen.
De stichting meent echter dat de museumkaart in een andere categorie valt dan bijvoorbeeld een lidmaatschap van de plaatselijke voetbalclub of yogaschool. Een museum bezoek je doorgaans niet in de plaats waar je woont, aldus de advocaat van de stichting. Bovendien is hij ook verkrijgbaar voor buitenlanders; vorig jaar zijn er vijfduizend verstuurd naar buitenlandse adressen. Daarbij werd tot 2017, toen een pasfoto verplicht werd, op grote schaal misbruik gemaakt van de museumkaarten door ze uit te lenen aan anderen.
De rechter doet over twee weken uitspraak.