Er zijn geen aanwijzingen dat een vooraanstaand lid van D66 zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie of machtsmisbruik. Dat komt naar voren na onafhankelijk onderzoek van bureau BING naar de casus. Wel zijn er andere gevallen van onveiligheid binnen de partij gemeld.
Een anonieme klokkenluider plaatste eind vorig jaar een verhaal op internet waarin D66-strateeg Frans van Drimmelen werd beschuldigd vrouwen binnen de partij te intimideren en manipuleren. De auteur van het stuk heeft zich niet kenbaar gemaakt bij de onderzoekers. Die hebben haar ervaringen daardoor niet kunnen onderzoeken.
"Uit het onderzoek zijn geen situaties van seksuele intimidatie en machtsmisbruik door betrokkene gebleken. Er hebben zich geen andere personen bij de onderzoekers van BING gemeld met een ervaring van seksuele intimidatie en machtsmisbruik door betrokkene", staat in het rapport. Van Drimmelen zegt de beschuldigen ook niet te herkennen.
Het onderzoek kwam er op verzoek van de nieuwe partijleider Sigrid Kaag. "Uit het rapport blijkt voor mij nergens dat in onze vereniging sprake is van een structureel onveilige omgeving. Zo ken ik onze partij ook niet", laat ze in een reactie weten.
Bij de onderzoekers hebben zich negentien mensen gemeld die zich binnen de partij onveilig hebben gevoeld. Het gaat onder meer om grensoverschrijdend gedrag, maar ook om mensen die een integriteitsschending wilden melden.