Nabestaanden van zeventig mensen die om het leven kwamen toen vlucht MH17 uit de lucht werd geschoten, hebben een klacht tegen Rusland ingediend bij de het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Ze beschuldigen Rusland van het neerhalen van de Boeing boven Oost-Oekraïne in 2014 en van het tegenwerken van de waarheidsvinding in de jaren daarna.
Premier Mark Rutte toonde ,,alle begrip'' voor de stap van de nabestaanden. Het staat ze vrij om dat te doen en ze hebben er ook het volste recht toe, zei hij. Rutte vindt het niet nodig deze groep te ondersteunen. Hij wees op de ,,eigen'' zaken waarbij Nederland betrokken is, zoals het internationale onderzoek naar de ramp en de poging om Rusland te dwingen mee te werken aan het onderzoek.
De nabestaanden die nu klagen storen zich aan de opstelling van de Russische Federatie, zegt hun advocaat Veeru Mewa. Rusland zou hun grondrechten hebben geschonden.
Voor de 95 nabestaanden is een uitspraak van het Europees Hof ,,van enorm belang voor de verwerking en een erkenning van hun positie'', zegt Mewa. Concreet heeft Rusland volgens de aanklacht het recht op leven geschonden en daarmee ook het recht op ,,eerbiediging van het gezinsleven’’. Toen het vliegtuig van Malaysia Airlines uit de lucht werd geschoten kwamen 298 mensen om het leven, van wie er 196 uit Nederland kwamen.
Door niet behoorlijk mee te werken aan het onderzoek van het internationale Joint Investigation Team (JIT), dat onder Nederlandse leiding de daders wil vervolgen, schendt Rusland volgens de advocaat ook zijn plicht om effectief onderzoek te doen naar misdrijven. ,,Rusland verzuimt niet alleen medewerking te verlenen, maar verspreidt ook desinformatie.’’
Rusland tekende in de jaren negentig het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en erkende daarmee het hof. De rechters in Straatsburg hebben Moskou al honderden keren veroordeeld voor mensenrechtenschendingen. Onder meer leden van de punkband/ actiegroep Pussy Riot en oppositieleider Aleksej Navalny vonden het hof aan hun kant.