De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die het gasveld in Groningen exploiteert, noemt de gaswinning in de door aardbevingen geplaagde provincie een verhaal met "twee kanten". Het gas uit Groningen heeft veel leed veroorzaakt, maar volgens directeur Johan Atema ook "tientallen jaren Nederland en omliggende landen van betrouwbare energie voorzien en met haar opbrengsten in grote mate bijgedragen aan de welvaart in ons land". Dat schrijft hij in een reactie op de definitieve stopzetting van de gaswinning door de Nederlandse regering.
Een enquêtecommissie die onderzoek deed naar de Groningse aardbevingsproblematiek beschreef in februari hoe de belangen van Groningers stelselmatig ondergeschikt waren aan het profijt en de welvaart die het gas Nederland en NAM-aandeelhouders Shell en ExxonMobil opleverden. De NAM ondersteunt het einde van de Groningse gaswinning "volledig", stelt Atema. "Vele Groningers ondervinden nog steeds enorme impact van de aardbevingen."
Het afsluiten van productieputten en opruimen van installaties gaat volgens de NAM nog jaren in beslag nemen. Voor dat werk zegt het bedrijf zo veel mogelijk "lokale en regionale" aannemers te willen inhuren om de plaatselijke werkgelegenheid te stimuleren.
Shell, dat voor de helft eigenaar is van de NAM, stelt in een schriftelijk statement dat "het goed is dat de gaswinning in Groningen wordt beëindigd". "Ondertussen zijn we met de overheid in gesprek over het einde van de gaswinning, de ondergrondse gasopslagen en een betere afhandeling van de kosten van schade en versterking", luidt de verklaring.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) beklaagde zich na de bekendmaking van de sluiting over de onzichtbaarheid van ExxonMobil en Shell bij het inlossen van de "ereschuld" jegens de Groningers. "Ik had graag gewild dat ze iets van zich hadden laten horen in de zin dat zij ook iets van die ereschuld voelen", zei hij. "Ik vind dat ze te stil zijn." Shell wilde niet inhoudelijk ingaan op vragen over die opmerkingen.