Minuscule plasticdeeltjes in het lichaam veroorzaken een stressreactie, met hyperactiviteit tot gevolg - in elk geval bij zebravisjes. Onderzoekers van twee instituten die verbonden zijn aan de Universiteit Leiden hebben ontdekt dat zogeheten nanoplastics grote invloed hebben op het gedrag van de beestjes: larven van de visjes die eraan zijn blootgesteld, werden letterlijk hyperactief. Ze vertoonden tot 50 procent meer activiteit dan normaal.
Zebravisjes worden vaak gebruikt in wetenschappelijk onderzoek, onder meer omdat ze genetisch 70 procent overeenkomen met mensen en zich snel voortplanten. Over de gevolgen van nanoplastics in het menselijk lichaam durven de onderzoekers geen harde uitspraken te doen. "Maar het valt te onderbouwen dat een soortgelijk effect ook bij de mens voorkomt, omdat we weten dat plastic nanodeeltjes in elk weefsel van ons lichaam zitten", stelt onderzoeker Christian Tudorache.
Ophoping van kleine plasticdeeltjes zetten in de lijfjes van de zebravislarven een kettingreactie in gang. Eerst wordt hun bloedsuikerspiegel lager, waarop een hongersignaal naar de hersenen gaat. Dat leidt tot meer aanmaak van het stresshormoon cortisol en aanmaak van extra glucose, waardoor de vislarven juist een hogere bloedsuikerspiegel krijgen. Het resultaat: een hyperactieve zebravislarf.