De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, heeft een gesprek aangevraagd met de provincie Overijssel over de aanpak van het zogeheten kanaaldrama. De ombudsman startte begin dit jaar een verkennend onderzoek naar de manier waarop de provincie is omgegaan met de honderden meldingen van schades aan woningen langs Kanaal Almelo-De Haandrik. Hij besloot echter al snel "een pas op de plaats" te maken toen Mona Keijzer door Provinciale Staten als bemiddelaar in dit dossier werd aangesteld.
Nu Keijzer haar rapport met aanbevelingen heeft gepresenteerd en de provincie Overijssel heeft aangegeven vrijwel al haar aanbevelingen "te omarmen", wil de ombudsman zich weer mengen in dit al jaren lopende dossier. Van Zutphen heeft de nieuwe gedeputeerde Martijn Dadema, die het kanaaldossier in zijn portefeuille heeft gekregen, uitgenodigd voor een gesprek.
De Nationale ombudsman presenteerde zelf vorige maand zijn onderzoeksrapport over de rol van de overheid bij grote hersteloperaties, zoals de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen. Hij concludeerde daarin onder meer dat voorafgaand aan zo'n traject nooit aan gedupeerden wordt gevraagd wat ze nodig hebben, maar dat dit van 'bovenaf' wordt bepaald. Van Zutphen denkt dat de provincie Overijssel iets heeft aan de conclusies en aanbevelingen uit zijn rapport.
Provinciale Staten neemt op 13 december een besluit over de verdere aanpak van het kanaaldossier. Volgende week woensdag wordt het onderwerp eerst nog besproken in commissieverband.
Het college van Gedeputeerde Staten wil, op advies van Keijzer, de schaderegeling opnieuw openstellen, schades ruimhartiger vergoeden en een onafhankelijk bestuurlijk kopstuk aanstellen die beslist over gevallen waarbij de provincie en gedupeerden er onderling niet uit komen.