Cyberaanvallen blijven een grote bedreiging voor de Nederlandse samenleving, zeker nu systemen meer met elkaar verbonden raken. Dat schrijft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Pieter-Jaap Aalbersberg. Volgens hem moeten de overheid en bedrijven beter in beeld krijgen waar zwakke plekken in systemen zitten.
De NCTV noemt spionage en sabotage door andere landen, cybercriminaliteit en grootschalige uitval door technische storingen de grootste risico's voor de digitale veiligheid. De aanval met gijzelsoftware op de Universiteit van Maastricht, de storing van alarmnummer 112 en de problemen met Citrix bij gemeentes laten volgens Aalbersberg zien wat er mis kan gaan.
Door de coronacrisis zijn mensen bovendien afhankelijker van digitale middelen, zoals onlineonderwijs, videobellen en digitaal werken. Dit maakt de samenleving kwetsbaarder.
De NCTV roept ertoe op duidelijk te krijgen waar kwetsbaarheden van software zitten en deze zo snel mogelijk te herstellen. "Als er een lek in je systemen zit en je daar niets aan doet, dan laat je de deur lang openstaan zonder dat je weet wie er binnenkomt." Volgens hem ontstaan deze zwaktes omdat systemen steeds verder worden uitgebouwd en steeds afhankelijker van elkaar worden.
"Het mag geen verrassing zijn dat de digitale dreiging op Nederland niet is afgenomen", zegt minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid). Nederland moet wat hem betreft niet alleen weerbaarder worden tegen zulke risico's, maar ook meer werk maken van de aanpak van cybercriminaliteit. "Dat eist onze voortdurende aandacht."