De gronden waarop criminelen aan Nederland of Marokko onderling kunnen worden uitgeleverd, worden verruimd, schrijft minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer. Doel is de gezamenlijke strijd tegen de georganiseerde misdaad te intensiveren. De bilaterale onderhandelingen tussen beide landen over een nieuw uitleveringsverdrag starten binnenkort.
Het gaat om de aanpak van gewelddadige criminele netwerken die via internationale constructies hun criminele vermogen willen witwassen.
"We zien criminele netwerken met internationale drugshandel grof geld verdienen, waarmee ze door ondergronds bankieren en witwasconstructies proberen onze legale economie te infiltreren en corrumperen", zegt Yeşilgöz. "Ondertussen hebben we te maken met drugsgerelateerd geweld in onze straten en worden onze jongeren geronseld in de criminaliteit."
De minister denkt samen met Marokko de "misdadige machtsstructuren met hun criminele spelers" beter onderuit te kunnen halen en op te rollen.
Het is nog niet bekend welke gronden voor uitlevering worden uitgebreid. Dat wordt tijdens de onderhandelingen voor het bilaterale verdrag besproken, waarin ook specifieke afspraken worden gemaakt over te volgen procedures. Als er een nieuw verdrag is, blijft gelden dat elk uitleveringsverzoek afzonderlijk wordt beoordeeld op basis van wettelijke en verdragsrechtelijke kaders, benadrukt het ministerie.
De samenwerking met Marokko is onderdeel van de internationale toekomstagenda in de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, die Yeşilgöz vorig jaar juni bekendmaakte.