Nederland krijgt naar verwachting in de eerste week van januari 507.000 doses van het vaccin van Pfizer. Dat is veel minder dan de één miljoen doses waar het kabinet eerder van was uitgegaan.
"Zo vroeg mogelijk in januari" wordt dan begonnen met vaccineren, zei minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) tijdens de persconferentie dinsdagavond. Het kabinet moet "wendbaar zijn in de uitvoering" van de vaccinatie.
"Je bent afhankelijk van de leveranciers", verklaarde De Jonge de lagere levering. Eerder deze week kwam naar buiten dat Pfizer dit jaar de helft minder vaccins kan leveren dan voorzien, namelijk 50 miljoen. Dat komt volgens Amerikaanse media door problemen bij het verkrijgen van genoeg grondstoffen.
Als eersten worden de zorgmedewerkers van verpleeghuizen ingeënt. Daarna volgen de medewerkers uit de gehandicaptenzorg en thuiszorg.
Hiervoor worden ongeveer dertig centrale priklocaties ingericht. Die gaat de GGD verspreid over het land inrichten. Dat is nodig omdat het vaccin bewaard moet worden bij minus 75 graden Celsius.
Er wordt ook zo snel mogelijk begonnen met het inenten van bewoners van verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij krijgen een vaccin van het bedrijf Moderna. Dat vaccin hoeft niet zoals dat van Pfizer op een heel lage temperatuur bewaard worden.
Dat zorgmedewerkers van verpleeghuizen als eerste worden ingeënt is ook praktisch van aard. Het gaat om zo'n 269.000 mensen en die kun je ongeveer inenten met de eerste levering van Pfizer, aldus De Jonge. Van dat vaccin moeten twee doses worden toegediend.
Het Europees Geneesmiddelen Bureau (EMA) moet de vaccins nog wel goedkeuren. De Europese Unie heeft voor alle lidstaten vaccins ingekocht. Van elke levering aan de EU gaat er 3,89 procent naar Nederland.
In het eerste kwartaal verwacht het kabinet 7 miljoen vaccins te krijgen, het volgende kwartaal het dubbele. In het derde kwartaal gaat het dan om 20 miljoen vaccins.