Roofvogels doen het goed in Nederland. In 2021 hebben vijf soorten voor het eerst in Nederland gebroed. In totaal broeden er nu vijftien soorten roofvogels. Door betere bescherming komen soorten als de buizerd, de havik, de bruine kiekendief en sperwers nu algemeen voor, terwijl ze in de jaren zestig van de vorige eeuw voorgoed dreigden te verdwijnen. De Vogelbescherming en kennisinstituut Sovon Vogelonderzoek Nederland noemen dat 'verheugend nieuws'.
Sovon publiceert elk jaar de Vogelbalans, gebaseerd op tellingen van duizenden vrijwilligers en vogelonderzoekers. Vorig jaar zijn voor het eerst broedsels van de visarend, de steppekiekendief, de zeearend en de zwarte en rode wouw gezien. Met de torenvalk en de boomvalk gaat het minder goed. Zij kunnen minder prooien vinden door nieuwe landbouwtechnieken. Ook hebben de roofvogels te lijden van bestrijdingsmiddelen, die zij via hun prooi binnenkrijgen.
Vogels die langs de Waddenzee of in de Hollandse delta broeden hebben het moeilijk, aldus Sovon. Nederland telt tien soorten kustbroedvogels zoals de kluut en de noordse stern. Het blijkt dat er te weinig jonge vogels uit het ei komen, terwijl er wel vogels doodgaan. Daardoor staat de populatie onder druk. Oorzaken zijn het begroeid raken van eilandjes, droogte of juist meer overstromingen. Veel kustbroedvogels staan op de rode lijst van zeer bedreigde soorten.