De Europese Commissie sleept Nederland voor de Europese rechter omdat het EU-regels voor vrachtwagenchauffeurs uit andere EU-landen maar niet invoert. Ze vraagt het Europees Hof van Justitie om Nederland een boete en/of dwangsom op te leggen.
De Europese regels moeten onder meer voorkomen dat vrachtwagenchauffeurs uit andere EU-lidstaten worden uitgebuit. Zo schrijven ze voor wanneer truckers voor ritten in Nederland evenveel betaald moeten krijgen als hun Nederlandse collega's. Ook worden hun arbeidsomstandigheden beter gewaarborgd.
Maar Nederland heeft, net als Portugal, deze Europese richtlijn nog altijd niet overgenomen in zijn eigen wetgeving. Dat had ruim een jaar geleden al gebeurd moeten zijn. De twee EU-landen zijn daar al meermaals op gewezen, zegt de commissie. Het dagelijks bestuur van de EU neemt daarom nu de volgende stap in de zogeheten inbreukprocedure: de gang naar de rechter.
De Tweede en Eerste Kamer hebben de benodigde wetswijzigingen al goedgekeurd, benadrukt het ministerie van Sociale Zaken. Het departement hoopt dat de wet op korte termijn in werking treedt. Omdat een rechtszaak bij het Europees hof wel wat tijd vergt, ontloopt Nederland waarschijnlijk een straf.
Dat de invoering zo lang duurde, komt doordat de nieuwe regels erg ingewikkeld zijn, stelde minister Karien van Gennip vorig jaar. Het zou Nederland lang onduidelijk zijn gebleven voor welke ritten ze nu precies moesten gelden. Van Gennip voerde ter verdediging nog aan dat een aantal andere EU-landen ook veel tijd nam. Maar ze hield toen al rekening met een rechtszaak.
De EU worstelt al jaren met de omgang met vrachtwagenchauffeurs uit andere lidstaten. Internationale chauffeurs werken vaak door heel Europa, maar de unie wil voorkomen dat bijvoorbeeld een goedkopere Roemeense trucker met zijn lagere salaris Nederlandse collega's wegconcurreert.