Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft een database voor messen aangelegd om steekpartijen beter te kunnen onderzoeken, meldt het instituut dinsdag. Het NFI maakt zich zorgen over het messengebruik onder jongeren. De politie deelt deze zorgen. De onderzochte messen zijn in beslag genomen bij fouilleer- of inleveracties in Oost-Nederland.
De messen worden volgens microsporenonderzoeker Martin Janssen "steeds groter". Het gaat volgens hem niet om keukenmessen, maar om "messen met zaagkartels, kap- en zogenoemde Rambo-messen". Ook zijn de initiatiefnemers van de database onder de indruk van de hoeveelheid in beslag genomen messen in Oost-Nederland, namelijk zo'n 900 in twee jaar tijd. Volgens hen is het idee dat messenbezit vooral in de Randstad voorkomt dan ook achterhaald.
De database helpt het NFI te bepalen welk soort mes er is gebruikt bij een steekpartij. Dat kan bijdragen aan de bewijslast in strafzaken. Ook kan de database worden ingezet om criminele organisaties op het spoor te komen, door bijvoorbeeld bepaalde messen te linken aan een groep. Aan de hand van die informatie kan de politie weer gerichter zoeken.
Het NFI denkt dat de database representatief is voor het hele land, maar wil de huidige het liefst uitbreiden.
Namens de politie noemt Martin Sitalsing (portefeuillehouder Zorg en Veiligheid) de bevindingen van het NFI zorgelijk. Ze sluiten aan bij de zorgen over toenemend wapenbezit en -gebruik door jongeren. "Politiemensen op straat ervaren dagelijks dat jongeren het steeds normaler vinden om een wapen te dragen. Het dragen van wapens mag nooit normaal worden gevonden. Als je een wapen op zak hebt, is de kans groter dat je het ook daadwerkelijk gebruikt."