Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) slaagt erin steeds sneller DNA-sporen te analyseren. Het NFI kan tegenwoordig al in drie uur tijd een DNA-spoor uit bijvoorbeeld speeksel koppelen aan een mogelijke verdachte. Het NFI kondigt maandag met het OM en de politie nieuwe ‘proeftuinen’ aan om steeds meer DNA-onderzoek te versnellen en te automatiseren.
"Dankzij voortschrijdende technieken lukt het ons steeds sneller DNA te onderzoeken en is de tijd in een spoedprocedure al teruggebracht van zes naar drie uur. Dat lukt alleen als de sporen daar geschikt voor zijn, zoals duidelijke bloedsporen en speekselsporen, waar DNA in zit van één persoon", zegt DNA-deskundige Arnoud Kal. "Sporen met DNA-materiaal van meerdere personen of met heel weinig DNA kosten meer tijd."
Een van de proeftuinen heet LocalDNA, waarin de landelijke eenheid van de politie samen met de eenheden in Amsterdam en Midden-Nederland experimenteren met een bus en apparatuur waarmee ze op de plaats van het misdrijf direct een klein aantal DNA-sporen kunnen omzetten in data, die direct naar het NFI worden gezonden om daar te analyseren. Een rit met de forensische bus levert tijdwinst op om snel een verdachte in beeld de krijgen, zegt Kal. "De politie hoeft speekselsporen van een sigaret of een blikje niet eerst naar het NFI te brengen voor onderzoek."
Tegelijkertijd wordt in de proeftuin gewerkt aan een snellere informatiestroom tussen NFI, politie en OM zodat de DNA-resultaten sneller worden benut in het strafproces. Belangrijk in het proeftraject LocalDNA is de vraag of de voordelen, zoals het besparen van onderzoekscapaciteit, opwegen tegen de hoge investeringskosten van de bus.
Om DNA-onderzoek te versnellen en verder te automatiseren begint het NFI begin 2021 met de Snelle ID-lijn. Kal: "Het NFI heeft software ontwikkeld om menselijke handelingen te minimaliseren. Computers zorgen voor duizenden DNA-analyses, interpretaties en vergelijkingen met de DNA-databank. Ook hiervoor geldt dat we met gemakkelijke sporen beginnen. Moeilijke sporen zoals mengsporen van meerdere personen, laten we door een deskundige bekijken."
Niet alle DNA-profielen voldoen aan de criteria om te worden opgenomen in de databank. Die profielen werden tijdens rechercheonderzoeken tot nu toe eenmalig vergeleken in de DNA-databank voor strafzaken. Dat gaat veranderen met het project ‘nieuwe ronde, nieuwe kansen’. Voortaan laat het NFI deze sporen niet langer onbenut. NFI-software gaat de sporen een jaar lang elke twee maanden vergelijken met de profielen in de databank. Het OM kan na een jaar besluiten het automatische vergelijkingsproces te verlengen. "Belangrijk", zegt Kal, "want de DNA-databank groeit iedere dag met nieuwe profielen van verdachten en veroordeelden."
De proefprojecten worden volgend jaar geëvalueerd.