Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft hoge verwachtingen van nieuwe software die sporen vergelijkt met materiaal in de DNA-databank voor strafzaken. Het nieuwe programma zou sneller zijn en gedetailleerdere berekeningen maken. Volgens een onderzoeker van het instituut gaat de software zorgen voor meer doorbraken in politie-onderzoeken en biedt het kansen voor coldcases, waarin DNA bewaard is gebleven.
De nieuwe software vervangt twee huidige programma's die het NFI gebruikt. Met het ene werd sinds 2017 gezocht in de DNA-databank. Dat leverde bij ingewikkelde sporen soms meerdere resultaten op, die door een ander programma gefilterd moesten worden. Dat programma berekende ook de zogeheten bewijskracht van een DNA-match. Bewijskracht wordt uitgedrukt in de kans dat de persoon uit de DNA-databank heeft bijgedragen aan een spoor, ten opzichte van een willekeurig persoon
Een DNA-spoor wordt weergegeven in een serie piekjes, elk piekje is een kenmerk van dat DNA. Het nieuwe programma vergelijkt niet alleen de plaats van het piekje, maar ook de piekhoogtes. Doordat de nieuwe software meer gegevens meeneemt in de berekeningen zou het beter ingewikkelde sporen moeten kunnen analyseren en vergelijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om sporen waarin bepaalde kenmerken missen of waar DNA van meerdere personen in zit.
Het programma zal gebruikt gaan worden in de zogeheten Snelle ID-lijn van het NFI. Daarbij krijgen politie en Openbaar Ministerie na drie dagen automatisch uitsluitsel of een spoor matcht met DNA in de databank. Nu zijn dat nog voorlopige resultaten van een persoon die veel heeft bijgedragen aan het spoor. De nieuwe software zal ook resultaten geven voor personen van wie minder DNA in het spoor zit.
Ook Zweden heeft inmiddels interesse getoond in het programma, meldt het NFI.