Niet eerder stegen de kosten voor het koninklijk huis zo hard sinds het koningschap van Willem-Alexander. Dat blijkt uit een vergelijking van de begrotingen van de afgelopen tien jaar. Er gaat volgend jaar bijna 55,9 miljoen euro naar het koningshuis, ruim 11 procent meer dan dit jaar. Koning Willem-Alexander zit sinds 2013 op de troon.
De stijging zit vooral in de zogeheten functionele kosten van de koning, die komend jaar met 4,5 miljoen euro stijgen. Het budget van de dienst van het koninklijk huis wordt "in verband met de sterk gestegen kosten van ICT en informatiebeveiliging" structureel met 2,5 miljoen euro opgehoogd.
Het bedrag van in totaal 36,7 miljoen euro kan de koning gebruiken voor kosten die "te relateren zijn aan de uitoefening van het koningschap". Dat zijn bijvoorbeeld personeelskosten. Het gaat bij de Dienst Koninklijk Huis om 245 fte. De hofhouding wordt de komende jaren iets kleiner dan voorgaande jaren.
In de begroting van vorig jaar stegen de uitgaven voor het koninklijk huis met 4,1 procent ten opzichte van een jaar eerder, het jaar daarvoor met 5,5 procent en in 2021 met 2,9 procent.
Koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Amalia en prinses Beatrix hebben volgend jaar in totaal ongeveer 600.000 euro meer te besteden dan dit jaar, opgebouwd uit inkomen en onkostenvergoeding. De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat de leden van het koninklijk huis daarin de cao van het Rijk volgen.
Ook andere ministeries maken aan het koningshuis gerelateerde kosten. Zo begroot het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 17,1 miljoen euro voor de paleizen en trekt het ministerie van Buitenlandse Zaken 2 miljoen euro uit voor staatsbezoeken. Het ministerie van Defensie heeft het jacht de Groene Draeck van prinses Beatrix nog steeds in onderhoud. Daarvoor wordt 63.000 euro begroot. Het ministerie van Defensie en het ministerie van Justitie en Veiligheid draaien ook op voor de beveiliging van de koninklijke familie. Het bedrag dat daarvoor wordt begroot, wordt niet gedeeld.