De Onderzoeksraad voor Veiligheid komt donderdag met het aanvullende onderzoek over vliegen boven conflictgebieden, naar aanleiding van de ramp met vlucht MH17 in 2014. De OVV heeft onderzocht in hoeverre onder meer overheden en luchtvaartmaatschappijen de aanbevelingen uit het rapport uit 2015 hebben overgenomen. Uit dat rapport bleek dat er voldoende aanleiding was om het luchtruim boven het oostelijk deel van Oekraïne te sluiten.
Volgens de bevindingen van de OVV waren er in de maanden voor de ramp zeker zestien Oekraïense militaire vliegtuigen en helikopters door rebellen uit de lucht geschoten. ,,De Oekraïense autoriteiten wisten dat, maar sloten het luchtruim niet'', zei voorzitter Tjibbe Joustra destijds.
Twee keer werd een toestel op grotere hoogte neergeschoten met een krachtig wapen. Kiev zag desondanks niet genoeg aanleiding om het luchtruim te sluiten. ,,Niet alleen de staat Oekraïne, ook luchtvaartmaatschappijen, andere landen en internationale organisaties hebben de risico's niet adequaat ingeschat. Niemand dacht aan een bedreiging voor civiele vliegtuigen.''
Het toestel van Malaysia Airlines werd in de zomer van 2014 door een Buk-raket uit de lucht geschoten boven het oosten van Oekraïne, waar een oorlog woedde. Alle 298 inzittenden kwamen om het leven, onder wie 196 Nederlanders.