De meest recente prognose van de hoeveelheid asielzoekers die naar verwachting naar Nederland komen, "stelt het COA en betrokken partijen voor een enorme groeiopgave", zo stelt het Centraal Orgaan opvang asielzoekers vrijdag in een reactie. Op 1 januari 2026 zijn er mogelijk 133.500 opvangplekken nodig, zo staat in de raming die demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Voor dit jaar is de schatting dat er 97.500 opvangplekken voor asielzoekers moeten worden gerealiseerd. De zogeheten spreidingswet, die ertoe moet leiden dat de opvang van asielzoekers beter is verdeeld over de gemeenten, gaat de komende twee jaar uit van een schatting van 96.000 plekken. Dat is dus veel minder dan waarvan de nieuwe prognose uitgaat.
Toch noemt het COA die spreidingswet de "enige lucht bij deze opgave". De organisatie verwacht volgend jaar effect van de wet. "Het mag duidelijk zijn dat deze enorme groeiopgave een gezamenlijke inspanning van alle betrokken partners vereist", stelt COA-bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker. "We rekenen daarbij op de door de staatssecretaris aangekondigde maatregelen. Daarnaast gaan we graag met de partners in de asielketen in gesprek over hoe we ons voorbereiden op mogelijke opwaartse afwijkingen van de capaciteitsbehoefte."
Als voorbeelden van beleid van Van der Burg noemt het COA "het beperken van instroom van nieuwe asielzoekers door Europese samenwerking" en "het stimuleren van het afhandelen van meer asielaanvragen door de IND om doorstroom te bevorderen".
Het COA maakt zich ook zorgen over opvangcapaciteit voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Vorig jaar dienden 5800 van hen een eerste asielvraag in, tegen 4200 in 2022. "Dat is een stijging van maar liefst 38 procent. De capaciteitsbehoefte aan amv-plekken stijgt verder naar 9600 op 1 januari 2025. Er is nu al een fors tekort aan opvangplekken voor deze kwetsbare groep, waardoor we deze jongeren op reguliere locaties of noodopvanglocaties voor volwassenen moeten plaatsen. En dat zorgt weer voor uitdagingen in het organiseren van begeleiding en onderwijs", aldus het COA in de verklaring.