In een op de vijf Nederlandse gemeenten (19,4 procent) voelt het voor kinderen niet veilig om naar school te fietsen. Dat zegt de Fietsersbond op basis van reacties die zijn binnengekomen op de verkiezing Fietsstad 2020, waarvan de uitslag eind februari wordt bekendgemaakt.
De veiligheid wordt onder meer afgemeten aan het aantal doorgaande fietsstroken waarbij zo min mogelijk hoeft te worden overgestoken. De stroken moeten bovendien breed genoeg zijn om ouder en kind naast elkaar te kunnen laten fietsen. Ook autoluwe gebieden in een straal van 100 meter rond een school zijn van belang en fietspaden langs de kortparkeervoorzieningen (Kiss & Ride) voor gemotoriseerd verkeer.
Op Schiermonnikoog en in Houten, Vlieland en Veenendaal is fietsen het veiligst, volgens de bond. Maar onder meer in Amsterdam, Oostzaan, Tiel en Hilversum laat de veiligheid te wensen over. "Wij hopen dan ook dat gemeenten die niet goed scoren samen met onze vrijwilligers gaan werken aan verbetering", aldus directeur Saskia Kluit. "Als je jong bent, dan wordt de basis gelegd voor de rest van je leven. Als je als kind fietsen als onveilig ervaart, dan is het heel moeilijk om van die perceptie af te komen", aldus Kluit.
Eerder zijn onder meer Nijmegen, Den Bosch en Houten verkozen tot beste fietsstad. De verkiezing vindt elke twee jaar plaats.