Met behulp van toegangstesten moet het de komende maanden mogelijk worden om de samenleving weer sneller te openen, dan zonder testen het geval zou zijn. Tenminste, dat is de redenering achter het wetsvoorstel van de regering over toegangsbewijzen, waar de Tweede Kamer donderdag over praat.
Maar partijen hebben nog veel vragen, onder meer over de kosten en over de timing van het wetsvoorstel. Ook aan de noodzaak van het voorgestelde testsysteem wordt getwijfeld, nu het nog slechts een kwestie van enkele maanden lijkt tot een groot deel van de bevolking tegen het coronavirus is gevaccineerd. Voor het debat is maar liefst 12 uur uitgetrokken.
De afgelopen tijd werden er al pilots gehouden, waarin mensen bijvoorbeeld naar een voetbalwedstrijd of een museum konden na het tonen van een negatief testbewijs. Vanaf de tweede stap in het openingsplan van het kabinet zouden mensen dan bijvoorbeeld onder voorwaarden weer naar musea of professionele sportwedstrijden kunnen, met een negatieve test. In de latere stappen zou dan steeds verder kunnen worden gegaan, met bijvoorbeeld evenementen met beperkingen of ruimere toegang tot restaurants.
De eerste maanden neemt de overheid de kosten voor de testen op zich, maar op enig moment deze zomer moeten mensen een eigen bijdrage betalen. Onder meer de PVV, de PvdA en D66 verzetten zich hiertegen. Veel partijen vragen zich ook af of het het geld wel waard is: om testen op grote schaal mogelijk te maken, heeft het kabinet bijna 1 miljard euro gereserveerd.
D66 wil dat een vaccinatiebewijs in gelijke mate in de wet wordt verankerd als een negatief testbewijs. Maar daar is het volgens het ministerie van Volksgezondheid te vroeg voor. Eerst moet duidelijk worden of en zo ja, in welke mate, een vaccinatie voorkomt dat mensen besmet raken of het virus doorgeven. Een advies daarover van de Gezondheidsraad wordt half mei verwacht.
Een Europees ‘Green Certificate’ moet reizen tussen landen weer mogelijk maken, evenals erkenning van elkaars bewijzen. Over de verordening die dat bewijs mogelijk moet maken wordt nu nog in Europa gepraat, als het goed is wordt de verordening 21 juni van kracht. Het kabinet wil begin juni een besluit nemen over het vaccinatiebewijs, zodat de Kamer zich er daarna nog drie weken over kan buigen richting de Europese deadline.