De regels voor woningbouw in landelijk gebied in Noord-Holland worden versoepeld om de provinciale doelstelling van 191.000 nieuwe woningen tot en met 2030 te halen. Het provinciebestuur gaat er wel vanuit dat een groot deel in stedelijk gebied kan worden gebouwd.
Gemeenten krijgen evenwel meer mogelijkheden om woningen te bouwen aan de randen van dorpen en kernen. Dat is een wens van veel gemeenten, zegt gedeputeerde Esther Rommel (ruimtelijke ontwikkeling, VVD). "Ja, er wordt meer mogelijk maar het uitgangspunt blijft: eerst binnenstedelijk bouwen en dan pas de mogelijkheden in landelijk gebied verkennen."
Bouwen in landelijk gebied is ingewikkeld, onder meer omdat 32 gebieden in Noord-Holland een bijzondere status hebben door bijvoorbeeld ecologische, landschappelijke of cultuurhistorische waarden. In deze gebieden, aangeduid als Beschermd Landschap, wordt het aantal woningen dat gebouwd mag worden verhoogd van 11 naar 25. Dat moet dan wel langs een kern of dorpslint, zonder dat de bijzondere waarden van het gebied worden aangetast. Mocht dat wel het geval zijn dan moet in extra groen worden voorzien.
Gemeenten die inzetten op grootschalige woningbouw in landelijk gebied kunnen dat onder voorwaarden doen als ze aantonen dat bouwen in Beschermd Landschap de beste optie is. Als het aan het college van Gedeputeerde Staten ligt wordt daarnaast kleinschalige woningbouw in het zuidelijke deel van de provincie inclusief het Gooi weer mogelijk. Daarmee vervalt een verbod dat jarenlang van kracht was.
Belanghebbenden kunnen vanaf de zomer reageren op de voorgestelde aanpassingen. Provinciale Staten stellen de wijzigingen naar verwachting eind dit jaar vast, zodat ze per 1 januari 2025 in werking kunnen treden.
Gedeputeerde Jelle Beemsterboer (wonen, BBB) benaderde eerder alle woonwethouders in Noord-Holland met de vraag wat hij kan doen om obstakels voor woningbouw weg te nemen, waaronder "belemmerende regelgeving".