NPB-voorzitter Jan Struijs vreest een nieuwe uitputtingsslag middenin de gezondheidscrisis. De komende dagen zijn volgens hem bepalend voor de vraag of na de ziekenhuizen ook de politie bestand is tegen de gevolgen van het coronavirus. "Alles is opgeschaald. De vraag is of we hier te maken hebben met een piek en een ontlading van het ongenoegen, of dat we er langdurig mee te maken krijgen. Het moet geen uitputtingsslag worden."
Voorlopig kan de politie het aan, is zijn analyse na een ochtendoverleg met zijn ledenvertegenwoordigers in het land over twee dagen en avonden van harde confrontaties tussen relschoppers en ordehandhavers.
Het leger kan wat hem betreft in de kazerne blijven. "Daar moeten we wat mij betreft ook verre van blijven. Dan gaan we een heel andere fase in, dan heb je het over een soort staat van beleg. Militairen zijn getraind om mensen uit te schakelen, niet zoals politiemensen om de orde te handhaven." De politiemensen moeten naar zijn zeggen "de komende dagen volop aan de bak en dat gaan ze ook doen". Maar hij stelt ook dat "deze olievlek zich niet te ver moet gaan verspreiden".
Volgens Struijs hebben zijn kaderleden flink stoom afgeblazen na het oproer en het verzet tegen de avondklok en andere coronamaatregelen. "Politiemensen hebben te maken gehad met relschoppers die zwaar vuurwerk, stenen en molotovcocktails naar hen gooiden, sommigen hadden zelfs messen bij zich. Het is ongelooflijk dat mensen middenin een gezondheidscrisis bereid zijn de gezondheid van andere mensen te bedreigen, van mensen die de orde moeten bewaren, maar ook van kwetsbare mensen in een teststraat op Urk of een ziekenhuis in Enschede, of middenstanders die geplunderd zijn."
De voorzitter van de Nederlandse Politiebond waarschuwde vorige week al voor verzet van jongeren tegen de avondklok en de gevolgen voor de openbare orde. Struijs zegt het niet fijn te vinden gelijk te hebben gekregen en "liever excuses had willen maken voor het feit dat ik het mis had".