Een voormalige leider van pro-Russische Oost-Oekraïense separatisten, Aleksandr Borodaj, stelt tegenover persbureau Interfax dat zogenaamde afgeluisterde opnames waar het internationale onderzoeksteam JIT mee aankomt, niet echt zijn. In een telefoongesprek zou Borodaj als regeringsleider van de opstandige regio Donetsk een medewerker van de Russische president, Vladislav Soerkov, op 11 juli 2014 om militaire hulp hebben gevraagd. Hij leek daarop te kunnen rekenen op basis van Soerkovs reactie.
Zes dagen later werd boven de streek een Maleisisch vliegtuig neergehaald waardoor 298 mensen, onder wie 196 Nederlanders, de dood vonden. Het door Nederland geleide JIT onderzoekt de ramp en houdt al geruime tijd Rusland verantwoordelijk. Het telefoongesprek dat volgens Borodaj ,,volslagen niet-authentiek'' is, toont in de ogen van het JIT aan dat er een directe link was tussen de opstandelingen en het Kremlin.
Het Kremlin plaats naar eigen zeggen ''nog steeds geëigende vragen bij de vooringenomenheid en eenzijdigheid'' van het onderzoek maar wil wel dat de echte daders worden gepakt.