Vluchtelingen uit Oekraïne hebben tot maart 2024 recht op opvang, medische hulp en onderwijs voor minderjarige kinderen in Nederland. Oekraïners mogen ook werken. Deze afspraken golden aanvankelijk tot 4 maart 2023, maar zijn met een jaar verlengd, heeft staatssecretaris Eric van der Burg (Asielbeleid) bekendgemaakt.
De justitieministers van de Europese Unie hebben dat besluit genomen (Raad Justitie en Binnenlandse Zaken). Als een veilige terugkeer naar Oekraïne mogelijk is, kan de zogeheten richtlijn tijdelijke bescherming (RTB) eerder worden ingetrokken. Mocht de situatie in Oekraïne ongewijzigd blijven of verergeren, dan kan de raad de maatregel na maart 2024 verlengen.
Van der Burg ondersteunt de verlenging. "Het einde van de oorlog is nog niet in zicht en daarmee blijft het noodzakelijk vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen en een veilige plek te bieden." Het is goed voor onder anderen de vluchtelingen dat ze nu al duidelijkheid hebben, vindt hij verder.
Sinds het uitbreken van de oorlog eind februari zijn er ruim 7 miljoen Oekraïners naar Europese landen gevlucht. In Nederland staan momenteel ruim 80.000 Oekraïense vluchtelingen ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), meldt Van der Burg aan de Tweede Kamer. Per week komen 750 Oekraïners naar Nederland. Ruim 61.000 Oekraïnse vluchtelingen zijn ondergebracht in de noodopvang en 150 in de crisisnoodopvang. De bezettingsgraad in de noodopvang ligt nu op 96 procent.
Het kabinet werkt momenteel aan een langetermijnbeleid voor de opvang van Oekraïners. Het kabinet vindt het belangrijk dat Oekraïners de taal kunnen leren, om daarmee aan de maatschappij te kunnen deelnemen. Het verkent de mogelijkheid tot vrijwillig inburgeren.