Oekraïense vluchtelingen moeten in Nederland straks toch een asielaanvraag doen om in aanmerking te komen voor opvang en ondersteuning. Daar is voor gekozen om praktische redenen, zegt staatssecretaris van Asiel Eric van der Burg. Het gaat niet om een normale asielprocedure, maar om een uitgeklede versie. Ze houden dan gewoon recht op het geld en de ondersteuning die de vluchtelingen eerder al is toegezegd, zegt Van der Burg.
De opvang van Oekraïense vluchtelingen werkt anders dan die van vluchtelingen uit andere oorlogsgebieden, zoals Afghanistan. Dat is omdat ze op basis van een verdrag in principe ook zonder visum in Nederland mogen verblijven, benadrukte het kabinet steeds. De procedure die nu wordt toegepast, is volgens Van der Burg al achttien jaar geleden zo bedacht en om praktische redenen straks van toepassing op Oekraïners.
"Het is feitelijk gewoon een administratieve handeling. Ze gaan niet naar Ter Apel, we gaan geen hele procedure starten", aldus de staatssecretaris. "Ze ondertekenen, in niet-juridische termen, het formulier en daarmee is het het komend jaar klaar." De aanvraag is wel noodzakelijk als mensen ondersteuning vanuit de overheid nodig hebben. Vanaf wanneer dat verplicht is, kan Van der Burg nog niet zeggen. Er is op zich nog tijd, omdat de Oekraïners nu al het recht hebben om 180 dagen in Nederland te verblijven. "Op dit moment is nog niemand door die 180 dagen heen."
Vluchtelingenwerk uitte donderdag zorgen over de constructie die Van der Burg nu heeft vastgesteld. De organisatie zegt te vrezen dat door deze constructie "nog langdurig onzekerheid zal zijn over allerlei praktische zaken", zoals onderwijs, reizen binnen Europa en werk. Het zou volgens de organisatie beter zijn als de Oekraïners een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen, zoals ook België, Duitsland en Frankrijk doen. Van der Burg geeft de voorkeur om de wet te gebruiken zoals die al was ingericht. "Je zou natuurlijk altijd wetten kunnen veranderen, maar we zijn nu vooral bezig om mensen op te vangen."