Demissionair defensieminister Kajsa Ollongren noemt het "goed nieuws" dat de Verenigde Staten toestemming hebben gegeven voor het sturen van Nederlandse F-16's naar Oekraïne. Het is wel een proces van "stap voor stap" en het zal een kwestie van meerdere maanden zijn voordat Nederland daadwerkelijk F-16's kan sturen, aldus de bewindsvrouw.
"Het gaat over een complex, Amerikaans wapensysteem. Dus het begint altijd met groen licht vanuit Washington. En dit signaal, wat dat betreft, is dus heel erg welkom." Het kabinet voert de discussie in Europa over het sturen van F-16's al enige tijd aan. Samen met Denemarken verzorgt Nederland de trainingen van Oekraïense piloten zodat zij met de straaljagers kunnen vliegen.
Als die trainingen zijn afgerond, kunnen F-16's naar Oekraïne worden gestuurd. Maar "alles kost tijd", benadrukt Ollongren. "Dit is niet iets voor de heel korte termijn." Wanneer er geleverd kan worden, kan Ollongren nog niet zeggen, omdat dit nog van meerdere factoren afhankelijk is.
Minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) spreekt van "uitstekend nieuws". Hij erkent dat het nog wel even zal duren voordat Oekraïense piloten in de F-16's zullen vliegen. "Dat is echt wat complexer dan een rondje auto rijden", zegt hij over de opleidingen. Hij hoopt dat de straaljagers "zo snel als mogelijk" worden geleverd. "Maar het moet ook zorgvuldig."