Snelheid moet vooropstaan bij het aanvullen van de leeggeraakte Europese wapenarsenalen, vindt defensieminister Kajsa Ollongren. Dat is belangrijker dan bijvoorbeeld kiezen voor Europese leveranciers, zegt ze voor aanvang van overleg met haar EU-collega's in Brussel.
De EU-landen zijn de afgelopen maanden razendsnel door hun voorraden heen geraakt doordat veel wapens en munitie naar Oekraïne zijn gegaan om dat land te helpen Rusland van zich af te slaan. Ze willen beter gaan samenwerken bij het versterken van hun legers en bijvoorbeeld samen wapens gaan inkopen. Maar de ene lidstaat wil zwaarder laten wegen dat een leverancier snel kan leveren, de andere kijkt naar de laagste prijs of wil spullen van Europese makelij om de eigen defensie-industrie te helpen.
Ollongren vindt "het allerbelangrijkst" dat het snel gebeurt. De EU moet ook niet louter gaan leunen op de Europese defensie-industrie. "We hebben ook partners in de wereld waarmee we willen samen blijven werken", aldus de minister. De nieuwe aankopen zullen "deels Europees zijn" maar een ander deel "zal ook nog steeds Amerikaans" zijn. "We moeten vooral veel meer samen kopen en hetzelfde kopen."
EU-buitenlandchef Josep Borrell hamert er vooral op dat EU-landen samen moeten inkopen en elkaar niet moeten beconcurreren. "Allemaal samen bedingen we betere prijzen, betere kwaliteit en betere tijdsduur", aldus Borrell bij aankomst.
Ollongren ziet ook een ander probleem, namelijk dat het fonds waarmee de Europese Unie wapens voor Oekraïne betaalt snel begint op te raken. Met dat fonds van 5,7 miljard euro, worden ook bijvoorbeeld militaire missies in Afrika betaald. De minister wil dat het budget voor dat fonds wordt opgehoogd. Het is niet alleen onvoldoende om wapens voor Oekraïne mee te financieren, maar het schiet ook tekort om missies van de EU in andere delen van de wereld mee te bekostigen.
"We moeten niet alleen naar Oekraïne en Rusland kijken, maar ook in de gaten houden dat we elders belangen hebben." Ollongren denkt aan de Sahel-regio in Afrika, waar ook Rusland heel actief is. "Daar moeten we ons laten zien, daar moeten we mee willen samenwerken. En daar moeten we soms ook kiezen voor militaire presentie."