Het aantal keren dat de inlichtingendiensten mensen afluisteren valt eigenlijk best mee, vindt minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken. Ze denkt daarom ook niet dat de voor het eerst geopenbaarde cijfers mensen zullen bewegen in het referendum tegen extra bevoegdheden voor de diensten te stemmen.
Uit de afluisterstatistieken die het kabinet voor het eerst openbaar heeft gemaakt, blijkt dat de diensten steeds vaker afluisteren. ,,Het gaat natuurlijk om best veel taps, maar verhoudingsgewijs is het eigenlijk relatief overzichtelijk'', vindt Ollongren. En het is ook nodig om die taps te gebruiken om de dreiging van jihadisten tegen te gaan, stelt ze. Ze is niet bang voor nadelige gevolgen voor de referendumcampagne van het kabinet en vindt het juist ,,goed dat mensen weten dat het over dit soort aantallen gaat''.
De afluisterstatistieken waren tot dusver geheim, maar het kabinet besloot ze onder druk van privacy-organisaties en na een tik op de vingers door de Raad van State toch openbaar te maken.
Het werk van de inlichtingendiensten ligt al onder een vergrootglas, omdat de kiezer zich woensdag kan uitspreken over een wet die de diensten meer bevoegdheden geeft. Tegenstanders vrezen voor de privacy.