Het Openbaar Ministerie zal de rechtbank in Almelo op 2 oktober vragen om niet-ontvankelijkheid in de strafzaak tegen een 54-jarige man die op 28 december vorig jaar een 41-jarige man zou hebben doodgeschoten. De verdachte was ongeneeslijk ziek en is onlangs overleden.
Het is de tweede keer in korte tijd dat een strafzaak waarin sprake was van een levensdelict op deze manier ten einde komt. Woensdag beëindigde de rechtbank in Breda het proces over de zogeheten gifmoord in Halsteren, nadat verdachte Yvon K. maandag dood in haar woning was gevonden. De vrouw had zichzelf van het leven beroofd. De rechtbank zou die dag uitspraak hebben gedaan in haar zaak. Tegen K. was negentien jaar cel geëist.
De zaak in de Enschedese zaak was nog niet zo vergevorderd. Op 2 oktober stond een zogeheten regiezitting gepland, ter voorbereiding op de uiteindelijke inhoudelijke behandeling. De vorige niet-inhoudelijke zitting vond plaats op 4 juli. De verdachte, Stephan D., zat toen nog in voorarrest. De rechtbank stelde hem onder voorwaarden op vrije voeten, omdat hij ongeneeslijk ziek was. D. wilde zijn laatste maanden in familiekring doorbrengen.
De wet schrijft voor dat het recht op strafvervolging vervalt na het overlijden van een verdachte. "Het Openbaar Ministerie is zich ervan bewust dat het voor de nabestaanden van het slachtoffer bijzonder onbevredigend is dat de strafzaak niet inhoudelijk behandeld zal worden en er geen vonnis gewezen zal worden, waardoor zij met veel vragen achterblijven", aldus het OM donderdag.