De Haagse oud-wethouder Richard de Mos zou 22 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf moeten krijgen. Ook zou hij een verbod van vier jaar moeten krijgen om in het bestuur van een gemeente, provincie of waterschap te zitten. Dat eiste het Openbaar Ministerie woensdag bij de rechtbank in Rotterdam. De Mos wordt verdacht van corruptie. In ruil voor donaties aan zijn partij zou hij bevriende ondernemers hebben geholpen, bijvoorbeeld met vergunningen.
Medeverdachte Rachid Guernaoui, die ook wethouder in Den Haag was, hoorde een eis van zestien maanden, waarvan zes voorwaardelijk, en een bestuursverbod van vier jaar tegen zich eisen. "De wijze waarop De Mos en Guernaoui politiek hebben bedreven is pure vriendjespolitiek", aldus de officier van justitie. Die voegde eraan toe: "Bij De Mos was niet sprake van een enkele misstap, maar hij heeft zich jarenlang strafbaar ingezet voor zichzelf, zijn vrienden en mensen die behoorden tot een klein zakelijk netwerk. Hij heeft zich laten leiden door macht, prestige en status. Hij is zich van geen kwaad bewust, van inzicht in laakbaar handelen is geen sprake."
Behalve De Mos en Guernaoui stonden ook vijf ondernemers terecht voor de corruptie. Zij zijn volgens de officier "evident een lange periode strategisch te werk gegaan". Tegen vier van hen eiste het OM 11 of 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De vijfde ondernemer hoort volgende maand zijn eis. Oud-gemeenteraadslid Nino Davituliani, de partner van een van de ondernemers, zou van het OM 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf moeten krijgen.
Volgens het OM zijn alle verdachten lid van een criminele organisatie. De Mos en Guernaoui zouden hun geheimhoudingsplicht hebben geschonden en meineed hebben gepleegd. Ook zouden ze zich hebben laten omkopen, de ondernemers zouden hun hebben omgekocht. Davituliani, haar partner en zijn broer worden ook verdacht van verkiezingsfraude.
De officier van justitie wilde eigenlijk hogere straffen eisen, maar zegt de eisen met 10 procent te hebben verlaagd vanwege de lange duur van de zaak. De Rijksrecherche doorzocht op 1 oktober 2019 de kantoren en woningen van De Mos en Guernaoui.
De Mos spreekt in een eerste reactie van "een krankzinnige eis voor wethouders die zo hard voor de stad gewerkt hebben, altijd met goede intenties gehandeld hebben en altijd klaarstonden voor iedereen. Ik had een binnen-zonder-kloppenpolitiek, elke ondernemer en elke bewoner was welkom en we hebben voor elke bewoner en ondernemer gelopen." Hij zegt dat hij voor vrijspraak gaat.
De Mos en Guernaoui kwamen in 2018 namens de partij Hart voor Den Haag/Groep de Mos in de coalitie die Den Haag bestuurde. In oktober van 2019 werden hun werkkamers in het stadhuis doorzocht in het onderzoek naar de kwestie. Zo zou De Mos de broers Akyol hebben getipt dat er een vergunning beschikbaar kwam waardoor zij hun zalencentrum ook 's nachts open konden houden.
Vanwege de verdenkingen werd Hart voor Den Haag/Groep de Mos uit de Haagse coalitie gezet. Bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar kreeg de lokale partij de meeste stemmen in Den Haag, maar door de verdenkingen wilden veel andere partijen niet met De Mos in zee gaan. Daardoor zit De Mos nu in de oppositie. Alle verdachten hebben verklaard dat ze vinden dat ze onschuldig zijn.
Volgende week komen de verdachten en hun advocaten aan het woord. De rechtbank doet op zijn vroegst eind maart uitspraak.