Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vrijdag voor de rechtbank in Roermond een geldboete geëist van bijna 685.000 euro en een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf tegen de 68-jarige vastgoedbaas Joep J. uit Kerkrade. Het OM verdenkt hem van valsheid in geschrifte, witwassen en vastgoedfraude. Zeven medeverdachten in deze al tien jaar spelende zaak hoorden eisen van 1000 tot 4000 euro boete en werkstraffen van 80 tot 240 uur. Tegen twee verdachten eiste het OM vrijspraak.
Omdat de zaak al zo lang speelt vallen de eisen van het OM lager uit. Wegens verjaring liet het OM de verdenking van medeplichtigheid aan wietteelt buiten de eis tegen de vastgoedbaas.
De zaak begon tien jaar geleden met invallen in panden van J. Al in 2012 en 2013 diende de zaak voor de rechtbank in Limburg. Toen eiste het OM 36 maanden cel tegen Joep J., waarvan zes voorwaardelijk. De rechtbank verklaarde indertijd het OM niet-ontvankelijk, maar het hof draaide die uitspraak in 2015 terug. Het OM pakte de draad weer op, en kwam vrijdag met zijn eis. Tegen alle verdachten waren de eisen in verband met de lange duur van de procedure veel milder dan indertijd.
Pandjesbaas Joep J. wordt gezien als spil in de zaak 'Landlord' die draait om vastgoedfraude, witwassen en drugs. Volgens het OM kocht J. panden op met de belofte een deel van de aankoopsom zwart te betalen. Die afspraak kwam hij niet na, waardoor de verkoper bedrogen uitkwam. Het zo verkregen geld investeerde hij in de aankoop van steeds weer nieuwe panden. Volgens het OM had J. tweehonderd panden in bezit. Hij verhuurde die, maar veel huurders moesten cash betalen, terwijl in de boeken andere huurbedragen stonden. Zo tilde J. volgens het OM ook de Belastingdienst, mede omdat hij zwart geld op rekeningen in België zette, buiten het zicht van de fiscus. Huurders mochten van J. ook wiet telen in huis, maar betaalden dan wel meer huur, aldus het OM.
Joep J. reageerde vrijdag tijdens de zitting woedend op de beschuldigingen. "Jullie zijn allemaal beklopt", riep hij kwaad.
Omdat een Duitse getuige in deze zaak pas later gehoord kan worden, stelde de rechtbank de uitspraak vast op 9 maart.