Programmamaker Alberto Stegeman moet een werkstraf van 120 uur waarvan 40 uur voorwaardelijk krijgen, omdat hij in 2018 een nepbom achterliet op een kazerne in 't Harde. Dat eiste het Openbaar Ministerie maandag in de strafzaak tegen de journalist in de rechtbank in Zutphen.
Voor zijn programma Undercover in Nederland drong Stegeman binnen in een van de kazernes van Defensie op de Veluwe. In de eetzaal van de legerplaats bij Oldebroek liet hij een koffer met een nepbom achter, bestaande uit stukken klei, draden, een telefoon en 32 schroeven. Na de vondst werd op de kazerne groot alarm geslagen. Het terrein werd deels ontruimd en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie werd ingeschakeld om het voorwerp te onderzoeken. Ook doorzocht een arrestatieteam het gebouw waar de nepbom was aangetroffen.
Binnendringen op de kazerne mocht, vindt het OM, omdat hiermee een hiaat in de beveiliging is aangetoond. Met het meenemen van de nepbom ging de tv-journalist te ver, zei de officier van justitie.
Waarom liet Stegeman in de koffer bijvoorbeeld geen briefje achter met de tekst 'dit had een nepbom kunnen zijn', vroeg de voorzitter. "De vraag is of dat zou helpen", reageerde de programmamaker. Stegeman wilde naast de beveiliging bij kazernes ook de opsporing aan de tand stellen. "Militairen voelden zich onveilig. Ze waren bang dat kwaadwillenden hen iets konden aandoen."
Volgens de programmamaker was het geen nepbom. Bij het openen van de koffer was vrij duidelijk dat dit eerder leek op 'knutselwerk van Bassie en Adriaan'. Maar door 32 schroeven toe te voegen, leek het op een fragmentatiebom, aldus de officier van justitie.
Advocaat Erik Witjens vindt deze zaak relevant voor alle onderzoeksjournalisten in ons land. "Journalisten moeten voortaan vrezen voor strafrechtelijke repercussie," zei hij. Volgens hem moeten journalisten zonder vrees voor vervolging misstanden kunnen onderzoeken. Hij bepleitte vrijspraak.