Het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag heeft werkstraffen van 180 tot 240 uur geëist tegen drie agenten op verdenking van meineed en mishandeling van een verdachte. Een van de agenten moet volgens justitie bovendien uit zijn ambt worden gezet en een beroepsverbod krijgen van vijf jaar. Ook eist het OM tegen hem een voorwaardelijke celstraf van drie maanden.
Begin 2018 gingen de agenten op een melding af van een ruzie in een bar, waarbij mogelijk een wapen zou zijn. Volgens een 38-jarige agent wilde de verdachte niet meewerken en kwam die op de politieman af, waarbij het leek dat de man iets uit zijn zak wilde pakken. De politieman duwde hem vervolgens met zijn schild omver, aldus het proces-verbaal. Maar op camerabeelden is te zien dat de klant geen verzet bood en zijn handen in de lucht hield. Een 40-jarige agent liet zijn diensthond vervolgens in het been van de klant bijten.
Het OM concludeert dat een valse verklaring is opgesteld en dat de inzet van de hond onrechtmatig was waardoor de verdachte zwaar lichamelijk letsel is toegebracht.
Justitie stelt dat een proces-verbaal moet kloppen. "Een proces-verbaal kan leiden tot de veroordeling van een verdachte", aldus justitie uit. "Elke leugen, elke onwaarheid is een directe en zware aantasting van de basis van de rechtspraak."
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.