De AIVD kan het Openbaar Ministerie (OM) geen informatie verschaffen die de mogelijke betrokkenheid van Iran bij de liquidatie van Ali Motamed definitief vaststelt. Dit zei aanklager Koos Plooij dinsdag in een inleidende zitting in de strafzaak tegen Naoufal 'Noffel' F. (38), die het moordcommando zou hebben aangestuurd.
Volgens Plooij is uit contacten tussen het OM en de inlichtingendienst gebleken dat de AIVD op dit punt niet concreter kan en mag zijn dan de ministers Stef Blok (Buitenlandse Zaken) en Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) begin deze maand waren. Zij schreven toen aan de Tweede Kamer dat er ,,sterke aanwijzingen" zijn dat Iran was betrokken bij zowel de moord op Motamed als de liquidatie van Ahmad Mola Nissin in Den Haag in 2017.
In de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp zei Plooij dat er ,,geen aanknopingspunten" zijn om het achterliggende motief voor de moord op Motamed in beeld te krijgen. ,,Niet in de inlichtingeninformatie, niet in de moordonderzoeken naar de opdrachtgever en de uitvoerders." Ook in versleutelde e-mails is volgens hem ,,geen enkele aanwijzing richting eindmotief gevonden".
Motamed werd in 15 december 2015 voor zijn huis in Almere doodgeschoten. Hij zou in Nederland onder een andere identiteit hebben geleefd. In werkelijkheid zou hij de door Iran gezochte Mohammad Reza Kolahi Samadi zijn geweest, in zijn vaderland ter dood veroordeeld na het plegen van een bloedige aanslag waarbij tientallen doden vielen.
F.'s advocaat Inez Weski vindt dat ,,de broninformatie" achter de brief van de ministers boven tafel moet komen. Volgens haar is ,,niet uit te sluiten" dat meerdere partijen Motamed dood wilden. ,,Er wordt gesproken over de staat Iran, maar er zijn ook getuigen die naar de verzetsorganisatie Moedjahedien wijzen. Voor alle duidelijkheid: mijn cliënt is geen Iraniër, geen Moedjahedien en hij betwist de beschuldigingen."
Het OM is overtuigd van de rol die F. vervulde. Zo zijn e-mails gevonden waarin hij een schutter probeert te ronselen. De berichten zijn afkomstig van een mailadres dat eerder aan hem werd gekoppeld bij een andere moordpoging. In die zaak kreeg hij afgelopen april achttien jaar cel.
De rechtbank beslist 14 februari over een reeks verzoeken van Weski.