Het Openbaar Ministerie had al besloten Geert Wilders te vervolgen toen het aanschoof voor overleg met toenmalig minister Ivo Opstelten. Het OM en het ministerie bespraken indertijd niet of de PVV-leider moest worden vervolgd, maar overlegden over wanneer ze dat naar buiten zouden brengen en over andere praktische zaken, zegt minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid).
Het OM en het ministerie hebben steeds volgehouden dat Opstelten geen stem had in de vervolging van Wilders om zijn uitspraken over "minder Marokkanen". Het OM zou dat besluit zelf hebben genomen. Maar RTL Nieuws kreeg vorige week documenten boven water die daarover opnieuw twijfels opriepen. Opstelten bleek te hebben overlegd met de OM-top op het moment dat er slechts een 'voorgenomen' en nog geen definitief besluit lag om een strafzaak tegen Wilders te openen. De minister nam zelf het initiatief tot dat overleg.
Het besluit was feitelijk echter wel degelijk al genomen, schrijft Grapperhaus aan de Tweede Kamer. Het stond enkel nog niet helemaal vast omdat het OM de verdachte altijd nog de kans geeft daarop te reageren.
Opstelten nam zelf het initiatief voor het overleg met het OM, meldt Grapperhaus. Hij sprak op 25 september 2014 met de hoogste baas van het OM en een aantal ambtenaren. Alleen de zaak-Wilders stond op de agenda. Er is geen verslag van de vergadering en van de aanwezigen van toen is het ministerie niets wijzer geworden.
Maar het overleg dat het ministerie en het OM in deze periode voerden, ging steeds over de uitvoering van het vervolgingsbesluit, schrijft Grapperhaus. Dat blijkt volgens hem uit e-mailverkeer. Ambtenaren en magistraten bespraken hoe en wanneer ze het besluit naar buiten zouden brengen en "de eventuele beveiligingsaspecten. Ook is door juristen op het ministerie een juridische analyse gemaakt van de vervolgingsbeslissing."
Het Wilders-proces is dinsdag hervat. De verdediging vindt dat is bewezen dat Opstelten zich met de zaak bemoeide en spreekt van een politiek proces. Daarom zou het moeten worden gestaakt.