Het Openbaar Ministerie heeft de aangiftes tegen het niet en wel gebruiken van de term bersiap geseponeerd, omdat het geen strafbare feiten heeft geconstateerd en het wel of niet toepassen onder de de vrijheid van meningsuiting valt. De discussie over het woord begon vorige maand met een brief in de NRC van een conservator van de tentoonstelling Revolusi! in het Rijksmuseum in Amsterdam, die donderdag begint.
De term wordt in ons land gebruikt voor de gewelddadige periode tijdens de strijd om de onafhankelijkheid van de toenmalige kolonie Nederlands-Indië, waaronder ook Indische Nederlanders zwaar te lijden hadden. De benaming is in de ogen van de Indonesische conservator Bonnie Triyana min of meer racistisch "omdat bij het begrip 'bersiap' altijd primitieve, ongeciviliseerde Indonesiërs als daders van de gewelddadigheden worden opgevoerd." Daarom zou het Rijks de term mijden, schreef hij.
De Federatie Indische Nederlanders (FIN) deed daarop aangifte tegen deze "vorm van bersiap-ontkenning". Later meldde het Rijks het woord wel degelijk te gebruiken. De stichting KUKB, die volgens haar website opkomt voor slachtoffers van Nederlands kolonialisme, deed vervolgens aangifte van discriminatie en groepsbelediging tegen het Rijksmuseum in Amsterdam omdat de term racistisch en stigmatiserend zou zijn.
Het begrip bevat naar oordeel van het OM geen negatieve conclusies over Indonesiërs als groep wegens hun ras. "De term duidt wel historische gebeurtenissen aan. Daarnaast is de uitlating gedaan in het kader van een maatschappelijk debat. Het strafproces is niet bedoeld voor het beslechten van een debat over historische gebeurtenissen." FIN liet direct op de sepotbeslissing van het OM weten via het gerechtshof alsnog vervolging te willen afdwingen.
Triyana is blij met het sepot: "Nu kunnen we de discussie voeren waar die thuishoort, in seminars bijvoorbeeld". Hij zegt de gevoelens te respecteren van de mensen die zo boos werden om zijn verklaring, maar staat er nog wel achter. Triyana hoopt dat de mensen mede door alle aandacht de geschiedenis in een breder perspectief zien en dat ze kunnen reflecteren zonder de historie als "een last" te ervaren.
Ook Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits is opgelucht. Zijn museum is geen partij in een debat, zegt hij. Hij is nog steeds blij dat hij Indonesische conservatoren bij de expositie heeft betrokken, dat levert meer dan de som der delen op: "één plus één is drie." Hij staat ook nog vol achter de samenwerking met Triyana. "We zouden nooit werken met iemand die de geschiedenis niet kent." Het leed dat destijds tijdens de bersiap is ontstaan, krijgt volgens hem ook aandacht op de tentoonstelling door videoportretten.