De strafzaak tegen de Haagse politici Richard de Mos, Rachid Guernaoui en vijf ondernemers gaat over "vriendjespolitiek". Dat zei de advocaat-generaal (officier van justitie in hoger beroep) dinsdag bij de aanvang van zijn onderbouwing van de strafeis tegen de mannen. De rechtbank sprak ze allen vrij van onder meer omkoping, corruptie en schending van het ambtsgeheim. Het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep.
Volgens de advocaat-generaal proberen de fractievoorzitter van Hart voor Den Haag en zijn medeverdachten hun gedrag goed te praten of te bagatelliseren, maar volgens hem komt er uit het dossier "een minder fraai beeld naar voren". "Invloed wordt gekocht. Ondernemers krijgen daadwerkelijk invloed op de politieke agenda en besluitvorming. Met open ogen gingen De Mos en Guernaoui een grens over."
Voor het formuleren van de strafeisen is in het gerechtshof in Den Haag de hele dag uitgetrokken.
De rechtbank maakte eerder in een ongekend harde uitspraak gehakt van de verdenkingen van het OM, dat 22 maanden voorwaardelijk had geëist tegen de 47-jarige De Mos. Volgens de advocaat-generaal bevat de uitspraak van de rechter onjuistheden en is er sprake van een onzorgvuldige benadering.
De zaak sleept inmiddels al jaren, in oktober 2019 was er een inval in onder meer de werkkamers van toen nog wethouders De Mos en Guernaoui. Ze hebben alle beschuldigingen altijd in alle toonaarden ontkend, net als de Haagse ondernemers.
Het is nog onduidelijk wanneer het hof uitspraak doet.