Het Openbaar Ministerie wil twee Pakistanen horen met betrekking tot opruiing en bedreiging van Geert Wilders. Het gaat om de geestelijke Khadim Hussain Rizvi en de cricketspeler Khalid Latif. Dat bevestigt het OM na tweets van Wilders. Daarin stelt de PVV-leider dat Nederland heeft gevraagd om arrestatie en vervolging, maar het OM stelt dat het slechts gaat om een rechtshulpverzoek voor een verhoor.
Het Openbaar Ministerie wil niet zeggen wanneer de verzoeken zijn gedaan, waar ze precies betrekking op hebben en of Pakistaanse autoriteiten al hebben gereageerd op de rechtshulpverzoeken.
Vorig jaar was Rizvi de drijvende kracht achter protestmarsen tegen het plan van Geert Wilders om een cartoonwedstrijd over de profeet Mohammed te houden. Hij is leider van de radicaalislamitische partij Tehreek-e-Labbaik (TLP), die de straat op ging nadat de christelijke Asia Bibi in Pakistan was vrijgesproken van godslastering.
Latif werd twee jaar geleden voor vijf jaar geschorst voor zijn betrokkenheid bij een spotfixing-schandaal. Bij spotfixing wordt gewed op een bepaald element in een wedstrijd dat zich al of niet voordoet, en gaat het niet om manipulatie van de uitslag van een wedstrijd, zoals bij matchfixing.
Volgens Wilders heeft Rizvi een fatwa tegen hem uitgevaardigd en Latif een prijs op zijn hoofd gezet. De PVV-leider beklaagt zich dat Pakistan hiertegen geen actie onderneemt en overweegt opnieuw de cartoonwedstrijd uit te schrijven als er niets ondernomen wordt. Vorig jaar blies Wilders de wedstrijd af na dreigementen en grote demonstraties in Pakistan. Vlak daarvoor werd nog een man in Den Haag opgepakt die een aanslag wilde plegen op Wilders vanwege de wedstrijd.