Het Openbaar Ministerie in Noord-Holland kan niet zeggen of het werk maakt van het verboden wapen dat in de ambtswoning van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft gelegen. "Dat maakt deel uit van het onderzoek naar de zaak rond haar zoon", zegt een woordvoerster. Zij verwacht dat de officier van justitie die deze kwestie behandelt, voor het eind van de maand meer duidelijkheid kan brengen.
Halsema's partner, filmmaker Robert Oey, zei in een interview met NRC dat het wapen waarmee zijn 15-jarige zoon is opgepakt, van hem was. Het was een onklaar gemaakte revolver die hij had gebruikt voor een filmopname en die hij daarna in een jutezak in een laatje had gelegd in de woonkamer van de ambtswoning. Volgens Oey wist Halsema niet dat het wapen in huis was. Hij zegt dat hij dat pas heeft verteld nadat hun zoon was aangehouden. Hij wordt komende week door de politie verhoord over verboden wapenbezit.
In de brief die de burgemeester na de publiciteit rond de aanhouding van haar zoon stuurde aan alle Amsterdammers vermeldde ze niet waar het wapen, door haar een (verboden) nepwapen genoemd, vandaan was gekomen.
Of Halsema erdoor in de problemen komt, is een kwestie van afwachten. Drie oppositiepartijen in de gemeenteraad, VVD, Forum voor Democratie en Partij van de Ouderen, willen haar in de commissievergadering van 26 september aan de tand voelen.
Halsema liet zaterdag nog een korte verklaring uitgaan. "Uiteraard zal ik vragen van de gemeenteraad beantwoorden. Feit blijft dat zich iets voordeed in mijn privéleven. Daar ga ik terughoudend mee om. Mijn huis is geen publieke plek. Het is een privéwoning waar een gezin woont, waar een marktconforme huur voor wordt betaald. Dat dit appartement zich op de bovenste verdieping bevindt van de ambtswoning maakt het privéleven van de inwoners niet tot onderwerp van het publieke en politieke debat. Het is aan de politie en het OM om onderzoek te doen."