Basisschoolkinderen moeten bij verkoudheidsklachten toch thuisblijven en zich laten testen. Dat adviseert het Outbreak Management Team in een nieuwe handreiking over het zogenoemde snottebellenbeleid op scholen, die maandag weer open gaan.
Kinderen tussen de vier en twaalf jaar moeten bij alle klachten die horen bij het coronavirus thuisblijven en getest worden, stelt het OMT. Dat geldt dus ook voor verkoudheidsklachten, zoals een loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn. Een uitzondering is er wel voor kinderen die af en toe hoesten of bekende chronische luchtwegklachten, astma of hooikoorts hebben zonder koorts en benauwdheid. "Een kind met klachten dat niet is getest, mag weer naar de kinderopvang of school als het 24 uur volledig klachtenvrij is", aldus het OMT.
Ook voor de allerkleinsten komt er een uitzondering. Kinderen van nul tot vier jaar mogen met verkoudheidsklachten nog wel gewoon naar de dagopvang en gastouderopvang.
De PO-Raad meldt dat het nieuwe OMT-advies zo snel mogelijk wordt verwerkt in de richtlijnen aan scholen. Eerder deze week meldde de koepel voor basisscholen dat het snottebellenbeleid voor veel discussie zorgde onder leraren. Die waren ongerust over hun eigen veiligheid omdat leerlingen met lichte verkoudheidsklachten nog gewoon naar school mochten. Daarop trok de PO-Raad bij het ministerie van Onderwijs aan de bel.