Uithuisgeplaatste kinderen van door de toeslagenaffaire gedupeerde ouders, moeten zo snel mogelijk met hun ouders worden herenigd. Er moet een meldpunt komen waar zowel ouders als kinderen zich kunnen melden om dat voor elkaar te krijgen. Daarvoor pleit Kamerlid Pieter Omtzigt.
Tot nu is geen enkel van de 1115 uithuisgeplaatste kinderen terug bij zijn of haar ouders, zo heeft minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming recent aan de Kamer laten weten. "Pijnlijk", vindt Omtzigt. Het Kamerlid vindt daarnaast dat er een onafhankelijk onderzoek moet komen naar de gedwongen uithuisplaatsing van kinderen van gedupeerde ouders. Dat gebeurt niet als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid dit gaan uitvoeren zoals het kabinet wil, stelt het Kamerlid.
Omtzigt vindt de SP en GroenLinks aan zijn zijde. "Er moeten, wat mij betreft vanaf morgen, teams concreet aan de slag met het herstel van een band tussen ouders en kind", vindt Renske Leijten (SP). Als het kan en als kinderen en ouders dat willen, moeten zij worden herenigd, vindt Leijten. Ook GroenLinks vindt dat er meer haast moet worden gemaakt met het herstel van contact en eventuele terugplaatsingen tussen ouders en kinderen. "Hierbij moet echt gekeken worden naar wat het beste is voor het kind", benadrukt Lisa Westerveld (GroenLinks).
Het CBS meldde in oktober dat 1115 kinderen van door toeslagenaffaire gedupeerde ouders op last van de rechter uit huis zijn geplaatst. In november nam een eensgezinde Kamer een motie van Omtzigt aan, waarin het kabinet werd opgedragen een onafhankelijk onderzoek te doen naar deze uithuisplaatsingen.
Omtzigt heeft geen enkel vertrouwen in het onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid, dat nog van start moet gaan. Beide inspecties zijn niet onafhankelijk en ze gaan geen onderzoek doen naar individuele casussen, zegt hij. De twee inspecties mogen van hem wel bij het onderzoek worden betrokken, maar niet het voortouw nemen. Een hoogleraar of oud-rechter als onderzoeksvoorzitter past volgens Omtzigt beter. Ook Leijten hamert op een onafhankelijk onderzoek.