In verschillende gemeenten in de wijde omtrek van Schiphol wordt door meer dan een tiende van de inwoners ernstige geluidhinder ervaren. Maar "de ironie wil dat het gros van deze hinder voor de Staat helemaal niet bestaat". Daarmee heeft de advocaat namens de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV) een rechtszitting tegen de Staat afgetrapt. Op die manier proberen de omwonenden die zijn verenigd in de stichting via de rechter af te dwingen dat de Staat meer doet om geluidhinder terug te dringen.
De raadsvrouw van RBV verwijst daarbij naar een onderzoek van de GGD. Zij noemt verschillende gemeenten bij naam, waarbij inwoners uit Aalsmeer en Uithoorn relatief de meeste hinder ervaren. "Al zolang Schiphol in bedrijf is, is 'minder hinder' het credo", aldus de advocaat. Dat is volgens haar ook altijd in het vooruitzicht gesteld. "Maar uit statistieken blijkt: als het vliegverkeer groeit, neemt de hinder evenredig toe."
Dat omwonenden hinder ondervinden van Schiphol, wordt niet door de Staat betwist, merkt RBV verder op. Maar de advocaat benadrukt wel dat hinder "niet alleen om ergerlijke overlast" gaat, maar ook om gezondheidseffecten. Die kunnen volgens de raadsvrouw schadelijk zijn en tot ziekte leiden. "Deze ziektelast en risico's moeten in elk geval worden meegewogen in de balansoefening van de Staat", stelt de advocaat. Die balans gaat over de overlast die omwonenden ervaren enerzijds en het economisch belang van Schiphol anderzijds.