Het is ,,ondenkbaar'' dat Shell zich in een ander land zou mengen in een strafproces, zoals de weduwen van de zogeheten Ogoni Negen beweren. De advocate van de multinational wierp de aantijgingen over Shells beïnvloeding van het Nigeriaanse regime voor de rechter in Den Haag verre van zich.
De negen leiders van de Ogoni-bevolking werden in 1995 opgehangen na wat wereldwijd werd gezien als een politiek showproces, nog geen twee weken nadat de doodstraf tegen hen was uitgesproken.
,,We zijn niet blind voor het vreselijke en ingrijpende verlies dat de vrouwen hebben geleden en willen op geen enkele wijze afdoen aan wat ze hebben doorstaan'', stelde de advocate. ,,Maar Shell is niet verantwoordelijk voor deze gebeurtenissen en er wordt geen recht gedaan als het bedrijf wordt veroordeeld voor het handelen van anderen.''
Shell betaalde eerder wel 15 miljoen dollar aan de nabestaanden van een van de geëxecuteerde mannen, de activist Ken Saro-Wiwa. ,,Dat was een humanitair gebaar, Shell heeft nooit de verantwoordelijkheid voor zijn dood aanvaard.''
De advocate sprak over vergaande en vergezochte beschuldigingen die niet hard te maken en tendentieus zijn. ,,Wat had Shell moeten doen? President Abacha streng toespreken? Dreigen Shell terug te trekken uit Nigeria? Dan zou het 95 procent van zijn personeel hebben moeten achterlaten, de Nigeriaanse medewerkers.''
Shell diende na de terdoodveroordeling wel een verzoek om genade in, maar dat bleek tevergeefs.
De advocate noemde het ,,geen sinecure om vanuit de huidige tijd een oordeel te vormen over iets wat zich toen in Nigeria heeft voorgedaan''. Ze beriep zich op verjaring en noemde de Nederlandse rechtbank niet bevoegd. ,,Waarom moet Shell zich voor een Nederlandse rechter verantwoorden voor een strafproces dat in Nigeria is gevoerd?"