De privésector op Aruba doet een oproep aan de eigen regering om alsnog de Rijkswet financieel toezicht te ondertekenen. Als die wet niet wordt ondertekend, moet Aruba een veel hoger rentetarief betalen voor de zogenaamde coronaleningen uit Nederland.
Verschillende ondernemingsverenigingen, zoals de Kamer van Koophandel en het toerismebureau, stellen maandag in een verklaring dat de halsstarrige houding van de regering elke eilandbewoner jaarlijks 870 Arubaanse florin aan extra rente kost (bijna 450 euro).
Twee parlementariërs van de oppositie zitten op dezelfde lijn als de privésector en hebben maandag een brief aan de gouverneur overhandigd, waarin ze aangeven dat ze van mening zijn dat de regering tegemoet moet komen aan de eisen van Nederland.
Vorige week verweet de minister-president van Aruba, Evelyn Wever-Croes, Nederland dat ze het Caribische eiland financieel onder druk zet. Nederland vraagt al sinds 2020 aan Aruba om de Rijkswet te ondertekenen.
Aruba kreeg in 2020 en 2021, net als Curaçao en Sint Maarten, honderden miljoenen aan coronaleningen. Voor 10 oktober van dit jaar moeten die leningen zijn terugbetaald of moet er een herfinanciering zijn afgesproken.
Nederland stelt als voorwaarde voor herfinanciering aan Aruba dat ze een Rijkswet ondertekenen voor financieel toezicht op het eiland. Als ze dat tekenen wordt de rente van de herfinanciering rond de 3 procent, anders moet het eilanden de komende twintig jaar 6 tot 8 procent rente betalen.
De privésector en de oppositieleden willen dat de regering in het belang van het land de Rijkswet ondertekent en op die manier een lager rentetarief krijgt. De regering ziet dat als een aantasting van de autonomie.