De Onderwijsinspectie is aan het uitbreiden en wil in 2024 vaker een bezoek brengen aan scholen. Sancties opleggen is "niet waar het om te doen is" schrijft inspecteur-generaal Alida Oppers in het jaarplan van de inspectie. Hierover heeft haar organisatie vorig jaar een hoogoplopend conflict gehad met de voormalige onderwijsminister Dennis Wiersma. Zijn verzoek om 10 procent van de scholen te beoordelen met een onvoldoende stuitte op weerstand, schreef NRC eerder.
De inspecteurs zullen sneller met scholen in gesprek gaan als de kwaliteit mogelijk niet goed is. Scholen moeten bovendien sneller hun zaken op orde krijgen als iets niet goed gaat en ook eerder sancties opgelegd krijgen.
Dat laatste wordt echter geen doel op zich, verduidelijkt Oppers. "Om misverstanden te voorkomen: ons toezicht is niet op het geven van sancties gericht, maar vooral op het tijdig signaleren van risico's, op het daarop aanspreken van besturen en scholen en opleidingen en op het komen tot goede en reële afspraken over herstel."
Het verloopt moeizamer dan gehoopt om de inspecteurs aan te nemen die de extra controles uit kunnen voeren. "We hebben te maken met verloop, met name ook door pensionering van medewerkers, en uiteraard ook met de krappe arbeidsmarkt", zegt de inspecteur-generaal hierover. Eind 2021 waren er 536 voltijdsbanen bij de inspectie en dat is gegroeid naar 625 in januari dit jaar.
De inspectie wil extra letten op het onderwijs voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, de beheersing van basisvaardigheden als rekenen en schrijven en gelijke kansen.