De kwaliteit van de lessen op Nederlandse scholen is voor verbetering vatbaar, vindt de Inspectie van het Onderwijs. Die heeft lessen op honderden scholen in het basis- en voortgezet onderwijs beoordeeld op basis van een aantal vaste kenmerken die bijdragen aan een effectieve les. Daar kwamen vaak dezelfde kritiekpunten uit. Al met al ziet de inspectie "veel kansen" om lessen nog beter te maken.
Over het algemeen zit het met zaken als lesklimaat en klassenmanagement wel goed volgens de inspecteurs. Onder die termen valt bijvoorbeeld of kinderen zich veilig voelen, gestimuleerd worden en alle regels duidelijk zijn. Leerkrachten leggen de lesstof meestal ook duidelijk uit volgens het onderzoek.
Kritischer is de inspectie over de mate waarin leerlingen worden aangezet tot 'zelfregulerend leren'. Dat wil zeggen dat hun leer- en studievaardigheden worden bijgebracht waarmee ze zélf inschattingen kunnen maken over waar ze goed in zijn en wat beter kan. Zowel in het basisonderwijs als op de middelbare scholen lieten leerkrachten hun leerlingen in twee derde van de beoordeelde lessen "niet of nauwelijks nadenken over wat zij nog niet snapten en hoe ze dat daarna wel kunnen begrijpen".
Een ander terugkerend punt dat beter kan volgens de inspectie is dat leerlingen vaak niet uitgelegd krijgen wat het nut van de les is. En in minder dan de helft van de lessen laten docenten hun klas echt diep nadenken over de stof. "Lessen zijn meestal niet gericht op diep begrip", is dan ook een van de conclusies. Ook aan het einde van de les herhalen wat er is geleerd gebeurt vaak niet, terwijl dat volgens de inspectie wel aan te raden is.
De criteria voor een effectieve les heeft de inspectie samen met de Universiteit Twente opgesteld, op basis van literatuuronderzoek. In totaal werd naar vijf aspecten gekeken: lesklimaat, klassenmanagement, instructie, afstemming en zelfregulerend leren.
De inspectie voegt er nog aan toe dat aan het verbeteren van de leskwaliteit "meer aandacht kan worden besteed". Bijvoorbeeld door feedback te verzamelen van collega-leraren of leerlingen, suggereert de instantie. "Op basis hiervan kunnen leraren werken aan verbetering van hun lessen."