Onderwijsvakbonden stellen ultimatum en dreigen met actie

Het kabinet moet leraren, onderwijsondersteuners en schoolleiders een beter salaris bieden, eisen onderwijsvakbonden donderdag. De vakbonden stellen hiervoor een ultimatum dat afloopt op 16 juni. Als het kabinet niet akkoord gaat met de looneis, dan zullen na de zomervakantie collectieve acties en stakingen volgen, dreigen vakbond CNV Onderwijs, de AOb, FNV Overheid en FvOv.

De onderwijsvakbonden willen 12 procent loonsverhoging in 2023. Volgens CNV Onderwijs heeft het onderwijspersoneel door inflatie flink ingeleverd aan koopkracht. "Investeren in een goede loonontwikkeling is de basis van onderwijskwaliteit", benadrukt de vakbond. Om de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker te maken is een structurele overheidsbijdrage noodzakelijk, stelt CNV.

"De onderwijssector kan zich in deze tijden van personeelstekorten geen langslepende CAO-trajecten en de daarbij horende onrust permitteren", zegt CNV Onderwijs. Volgens voorzitter Daniëlle Woestenberg staat het onderwijs al jaren onder grote druk en gaat de kwaliteit van het onderwijs steeds meer achteruit.

Leraren van basisscholen en middelbare scholen voeren donderdagmiddag ook actie voor een beter salaris. Bij een protestbijeenkomst in Den Haag overhandigen ze handtekeningen aan onderwijsminister Dennis Wiersma. Daarnaast zijn er manifestaties in Amsterdam, Groningen, Zwolle en Maastricht. Die bijeenkomsten zijn bewust aan het einde van de middag. Overdag hebben leerlingen eindexamens en lessen.

Volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) biedt het Rijk geld voor een loonsverhoging van hooguit 5 procent, lager dan de inflatie. De salarissen voor leraren op basisscholen en op middelbare scholen zijn vorig jaar aan elkaar gekoppeld om een loonkloof te dichten.