Ruim een op de drie mensen met een (Zuid-)Oost-Aziatische achtergrond heeft recent "zonder twijfel" discriminatie ervaren in Nederland, blijkt uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken. Onder mensen met een Chinese achtergrond wordt het vaakst discriminatie ervaren: ruim de helft van hen heeft recent discriminatie meegemaakt.
In opdracht van het ministerie onderzochten de Universiteit van Amsterdam en Fontys Hogeschool de mate waarin Nederlanders met een (Zuid-)Oost-Aziatische achtergrond te maken hebben met discriminatie. Het is voor het eerst dat uitgebreid onderzoek is gedaan naar het ervaren van discriminatie onder deze groep. Eerdere onderzoeken richtten zich vaak op discriminatie van mensen met een Marokkaanse, Turkse of Surinaamse achtergrond.
Mensen met een (Zuid-)Oost-Aziatische achtergrond werden vaak niet meegenomen in onderzoeken. Nu blijkt dat ze vooral op straat of in het openbaar vervoer worden geconfronteerd met racistisch of discriminerend gedrag. Vooral mensen die worden aangezien als Chinees, terwijl sommigen helemaal geen Chinese achtergrond hebben, worden uitgescholden of nageroepen. In het onderzoek worden uitlatingen als 'Ching Chang Chong' en 'Sambal bij?' genoemd.
Vooral vrouwen geven aan dat dit soort dingen naar ze geroepen wordt, veelal door (groepen) mannen. "De vrouwen interpreteren deze vorm van discriminatie dan ook vaak als een vorm van straatintimidatie (ook wel 'catcalling' genoemd)", aldus de onderzoekers.
Mensen met een (Zuid-)Oost-Aziatische achtergrond geven aan meer discriminatie te ervaren sinds de coronacrisis. De discriminatie leidt tot "verdriet, boosheid en frustratie", concluderen de onderzoekers. Mensen die discriminatie ervaren, voelen zich psychisch en fysiek minder gezond. Ook voelen ze zich minder betrokken bij de Nederlandse samenleving, en vertrouwen ze Nederlandse autoriteiten over het algemeen minder als gevolg van de discriminatie.
Demissionair minister van Sociale Zaken Karien van Gennip noemt het goed dat duidelijk is "op welke schaal deze discriminatie plaatsvindt". Ze leest in het onderzoek ook een belangrijke opdracht aan de Nederlandse samenleving. "Niemand mag anders behandeld worden op basis van uiterlijk of herkomst."