Er moet nader onderzoek worden gedaan naar de Nederlandse webcamseksindustrie en mogelijke verwevenheid met mensenhandel. Volgens het Centrum Kinderhandel Mensenhandel (CKM) lijkt het erop dat deze industrie een blinde vlek is voor opsporing, hulpverlening en toezicht. "Het gaat om een sector die zich snel ontwikkelt, internationaal opereert, zich zo goed als buiten het zicht van de overheid afspeelt en waar enorme bedragen in omgaan", aldus Shamir Ceuleers (CKM).
Dinsdag verscheen het onderzoeksrapport Voorbij de Pixels, Een verkenning naar gedwongen webcamseks in Nederland. Daaruit komt naar voren dat de webcamindustrie niet immuun is voor mensenhandel en dat met name vrouwen en meisjes worden uitgebuit achter de webcam. Hoe groot het probleem is, is volgens Ceuleers niet duidelijk. Daar is meer onderzoek voor nodig. Alleen meer onderzoek kan deze blinde vlek wegnemen en kan helpen maatregelen te treffen om eventuele misstanden als mensenhandel tegen te gaan, stelt hij.
De aanpak van de politie om misstanden binnen de prostitutie op te merken, door gesprekken te voeren, afspraken te maken en een band op te bouwen werkt niet bij mensen die zich bezighouden met deze vorm van sekswerk. In het rapport geven politiemensen bijvoorbeeld aan: "Je weet niet wie het is, maar je weet ook niet wáár iemand zit."
Het CKM vindt het zaak om meer contact te krijgen met deze groep en zo de kans op seksuele uitbuiting te verkleinen. Techbedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties zouden moeten samenwerken en "een gemeenschappelijke vuist maken tegen het businessmodel van de mensenhandelaar".