Scholen raken verlamd door de vele instructies van onder meer de politiek en daardoor lukt het ze amper om mee te werken aan nieuwe plannen. Dat terwijl er grote problemen zijn in het onderwijs die oplossingen vragen: leerlingen hebben moeite met basisvaardigheden als schrijven en lezen, scholen hebben te maken met een lerarentekort en de kansengelijkheid staat onder druk. Dat concludeert het ministerie van Onderwijs na zijn eigen beleid te hebben doorgelicht. Onderwijsminister Dennis Wiersma belooft beterschap.
De onderzoekers zeggen dat scholen "op papier" een grote mate van autonomie hebben. Ze krijgen geld van de overheid en hebben in theorie veel ruimte om te bepalen wat ze hiermee doen. De praktijk pakt anders uit. De politiek probeert op allerlei manieren controle uit te oefenen, uit angst voor tegenvallende resultaten.
Om niet te direct in te grijpen bij scholen, doet de politiek dat vaak via "het veld", de vele organisaties in de sector. Het gevolg is dat scholen instructies krijgen uit vele richtingen en door de bomen het bos niet meer zien. Daardoor heeft het vaak weinig effect als Den Haag weer met nieuwe plannen komt.
Scholen proberen volgens de opstellers van het rapport zo min mogelijk te veranderen als ze instructies krijgen van de overheid, omdat ze daar niet aan toe komen. Als reactie daarop probeert Den Haag zijn grip te versterken, waarop scholen op hun beurt weer proberen de boot zoveel mogelijk af te houden. De onderzoekers spreken van een "vicieuze cirkel" die scholen en politici flink bezighoudt, maar waardoor het onderwijs niet verbetert.
Minister Wiersma schrijft in een reactie op het rapport dat hij de problemen erkent en dat het onderwijsbeleid daarom anders moet. Hij wil hierover in gesprek met "iedereen in en rond het onderwijs". Begin 2024 moet dit leiden tot concrete plannen.
De houding van de politiek moet volgens Wiersma veranderen. "Wat in het funderend onderwijs nodig is, is geen afstandelijke overheid, maar een betrokken overheid, die naast alle onderwijsprofessionals staat", schrijft hij. "Dichtbij, om te helpen, maar niet om het beter te weten of hun taken naar zich toe te trekken."