Onduidelijkheid rondom de vraag of Pieter Omtzigt van Nieuw Sociaal Contract (NSC) na de verkiezingen premier wil worden, heeft de steun voor hem in die rol doen afnemen. Dat meldt EenVandaag op basis van onderzoek onder ruim 30.000 leden van een eigen opiniepanel. Vond een meerderheid (58 procent) van ondervraagden hem in oktober nog acceptabel als premier, in november is dat gezakt naar een minderheid (45 procent).
"Aanhoudende vraagtekens hebben een weerslag op hoe mensen naar Omtzigt als premier kijken", stellen de onderzoekers. Lang gaf Omtzigt geen antwoord op vragen van media of hij premier wilde worden. Vorige week donderdag zei hij er een voorkeur voor te hebben om de Tweede Kamer in te gaan als fractievoorzitter van zijn partij, maar het premierschap werd door hem niet uitgesloten. Kort daarna liet hij weten dat NSC pas na de verkiezingen bekendmaakt wie de premier wordt als NSC de grootste wordt.
VVD-leider Dilan Yeşilgöz krijgt nu evenveel steun (45 procent) van de ondervraagden. Haar populariteit voor het premierschap is daarmee heel licht gestegen ten opzichte van oktober (44 procent). Wel kwalificeert 46 procent van de ondervraagden haar als "niet acceptabel" voor het ambt, terwijl 9 procent het niet weet. Bij Omtzigt vindt 43 procent hem niet geschikt en weet 12 procent het niet.
Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA is in de ogen van 34 procent acceptabel als premier, tegen 33 procent in oktober. 60 procent ziet hem liever niet in die rol en 6 procent weet het niet. Dat Geert Wilders van de PVV in het torentje komt, is in de ogen van 29 procent van de ondervraagden acceptabel, tegen 24 procent een maand eerder. 68 procent ziet het hem liever niet doen, 8 procent weet het niet.